Wijziging 1: mogelijke verlaging pensioenopbouw door verhoging wettelijke pensioenrichtleeftijd
De wettelijke pensioenrichtleeftijd stijgt per 1 januari 2018 naar 68 jaar. Wij moeten deze pensioenrichtleeftijd gebruiken om uw pensioenopbouw en de premie te berekenen. De leeftijd waarop u in onze pensioenregeling met pensioen kunt gaan, blijft 58 jaar. De stijging van de wettelijke pensioenrichtleeftijd kan wel gevolgen hebben voor uw pensioenopbouw.
Waarom heeft de overheid de pensioenrichtleeftijd verhoogd?
Omdat we ouder worden. Dat betekent langer pensioen uitkeren en hogere pensioenkosten. Daarom stelt de overheid grenzen aan pensioenopbouw. De verhoging van de pensioenrichtleeftijd is zo’n maatregel. Pensioenfondsen moeten gaan rekenen met de pensioenrichtleeftijd van 68 jaar.
Gevolgen voor uw pensioenopbouw nog niet duidelijk
Op dit moment is nog niet duidelijk wat de verhoging van de wettelijke pensioenrichtleeftijd voor uw toekomstige pensioenopbouw betekent. Wij zijn daarover in gesprek met de belastingdienst. Wij informeren u zodra meer bekend is.
Wijziging 2: Lagere inleg netto pensioenregeling
Neemt u deel aan de netto pensioenregeling en maakt u gebruik van de fiscaal maximale inleg? Met ingang van 1 januari 2018 heeft de overheid de inlegpercentages verlaagd. Afhankelijk van uw leeftijd kan er 0,2% tot 0,5% van de pensioengrondslag minder aan netto premie worden ingelegd. Net als voor uw pensioenopbouw in de basispensioenregeling (zie wijziging 1) gaat het pensioenfonds ook hierover in gesprek met de belastingdienst. Om te bespreken of een hogere premie-inleg, dan die op basis van de nieuwe wetgeving, mogelijk is.Hoe hoog uw netto premie per maand vanaf 1 januari 2018 precies wordt, kunt u terugzien op uw salarisstrook of pensioenspecificatie. Ook kunt u in januari de hoogte van uw premie bekijken in de Pensioenplanner.
Wijziging 3: Nieuwe omrekenfactoren voor pensioenkeuzes
Uw pensioenregeling biedt diverse keuzemogelijkheden, zoals eerder of later met pensioen gaan of uw ouderdomspensioen omzetten in nabestaandenpensioen. Voor het berekenen van deze keuzes gebruikt het pensioenfonds omrekenfactoren. Deze factoren worden periodiek vastgesteld en zijn gebaseerd op onder meer de stand van de rente en de levensverwachting. Per 1 juli 2018 wijzigen deze factoren.
Waarom wijzigen de omrekenfactoren?
Door de lage rente was het verschil tussen de rente waarmee het pensioenfonds rekent en de feitelijke marktrente te groot geworden. Dit moest worden gecorrigeerd door de factoren aan te passen.
Gaat u op of na 1 juli 2018 met pensioen? En maakt u gebruik van een van de keuzemogelijkheden? Lees verder
Wijziging 4: Nieuwe afspraken financiering pensioenregeling en governance
KLM en VNV hebben nieuwe afspraken gemaakt over de financiering van de basispensioenregeling per 1 januari 2018. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over de governance van uw pensioenfonds. De afspraken zijn vastgelegd in het Protocol nieuwe financieringsafspraken pensioenregeling KLM-vliegers. KLM en VNV hebben het pensioenfonds gevraagd om de afspraken uit te voeren. Het bestuur toetst en beoordeelt of de protocolafspraken voor het pensioenfonds uitvoerbaar zijn en passen binnen de wettelijke kaders. Daarbij bekijkt het bestuur eveneens of de belangen van alle betrokkenen evenwichtig zijn meegewogen. Over deze zaken vindt onder meer afstemming plaats met de accountant en de actuaris van het pensioenfonds. Ook is advies gevraagd aan het Verantwoordingsorgaan en is de Nederlandsche Bank als toezichthouder over de nieuwe financieringsafspraken geïnformeerd.
Hoe gaan we verder?
Het streven is om uiterlijk 15 december een besluit te nemen over de nieuwe afspraken. Wilt u meer weten of hebt u vragen over het pensioenprotocol, raadpleeg dan de communicatie van KLM en VNV. Zodra er nieuws is van onze kant, laten wij u dat weten via de website.