Het nieuwe pensioenstelsel heeft, na jaren van voorbereiding, de fase van politieke besluitvorming bereikt. Het is nog lang niet klaar en er zijn nog veel vragen, ook van deelnemers. Tijd om zeven stellingen voor te leggen aan Arthur van den Hudding, bestuurslid namens de werknemers van het pensioenfonds en projectleider nieuwe pensioenregeling en aan Josje Wijckmans, programmadirecteur voor het nieuwe pensioenstelsel bij onze uitvoerder Blue Sky Group. Dit interview verscheen in de Focus-editie december 2022.
1. Het duurt nog járen voor het nieuwe stelsel er is. Dat is wel érg lang
Arthur: ‘Het is een enorme hervorming. Het gaat immers om zo’n 1.500 miljard euro. Zorgvuldigheid is dus geboden in elke fase en dat kost tijd. Op dit moment vindt politieke besluitvorming plaats en het resultaat daarvan moet worden vertaald naar een nieuwe pensioenregeling. In ons geval zullen KLM en VNV eerst principiële keuzes maken over de soort regeling en het wel of niet overzetten van de huidige al opgebouwde aanspraken naar de nieuwe regeling, het zogenaamde ‘invaren’. Dit heeft zo’n grote impact dat er ook afspraken over compensatie moeten worden gemaakt door de arbeidsvoorwaardelijke partijen. Voor gepensioneerden is er via de vereniging van gepensioneerden een hoorrecht zodat KLM en VNV in het arbeidsvoorwaardelijke overleg de wensen van deze groep bij de besluitvorming serieus mee kunnen wegen. Dat pakket aan afspraken gaat naar het pensioenfonds en dan zal het bestuur van het pensioenfonds beoordelen of de door KLM en VNV gemaakte keuzes evenwichtig uitpakken voor alle deelnemers en gepensioneerden. En vervolgens moet je de uitvoering gaan inrichten. We willen op 1 januari 2026 klaar zijn, voor die tijd staat er dus nog veel te gebeuren.’
2. In Nederland worden wetten meestal (te) ingewikkeld gemaakt
Josje: ‘Specialisten hebben de wet in elkaar gezet, andere specialisten moeten dat straks naar de praktijk vertalen. Daar tussenin wordt het behandeld in het parlement dat over de nieuwe en complexe wet moeten oordelen. Pas als de wet definitief is gaan sociale partners en pensioenfondsbesturen vervolgens de keuzes per pensioenregeling maken. De precieze effecten voor iedere pensioenregeling en voor iedere deelnemer zijn daarmee nog niet duidelijk. Het is dus logisch dat het parlement vragen aan minister Schouten stelt. Het vraagt namelijk vertrouwen van het parlement dat sociale partners en besturen hun taak straks zorgvuldig op gaan pakken.’
3. Met het nieuwe pensioenstelsel zijn alle pensioenproblemen opgelost
Arthur: ‘De wereld is in korte tijd sterk veranderd. Het nieuwe stelsel is bedacht in een tijd met een zeer lage rente en dekkingsgraden die onder de 100% schoten. Korten moest worden voorkomen. Maar nu de rente na jarenlange daling weer stijgt, is er een nieuw gevaar voor de koopkracht: een ongekende inflatie. Met die hoge inflatie is in het huidige én in het nieuwe stelsel nauwelijks rekening gehouden. Je wilt goed voorbereid zijn op en (ex-)collega’s goed meenemen in de veranderingen, tegelijkertijd moet er nog veel uitgewerkt worden wat tot aanpassingen kan leiden. Dat is de spagaat.’
4. Het goede nieuws is: in het nieuwe stelsel kunnen de pensioenen sneller omhoog
Josje: ‘Dat is zeker waar, maar het omgekeerde geldt ook. De kern is dat er straks natuurlijk wel pensioen wordt opgebouwd, maar dat er geen zekere pensioenuitkomst meer is. Het risico schuift op richting deelnemer. Wat scheelt is dat de deelnemers van ons pensioenfonds al bekend zijn met de netto regeling en die lijkt sterk op hoe het nieuwe stelsel werkt. In de afgelopen periode is aan alle actieve en gepensioneerde deelnemers al gevraagd hoeveel risico ze willen en kunnen nemen. Dat geeft inzicht in wat er leeft en helpt om de wensen van deelnemers en gepensioneerden goed mee te nemen in de totstandkoming van de nieuwe pensioenregeling.’
‘Als pensioenfonds van, voor en door (ex-) vliegende collega’s willen we iedereen nog veel meer dan voorheen inzicht bieden, de tools geven om goed met hun nieuwe, grotere verantwoordelijkheid om te gaan.’
Arthur van den Hudding, bestuurslid namens de werknemers van het pensioenfonds
5. Je hoort de wildste verhalen en daar word je ongerust van
Josje: ‘Heel begrijpelijk natuurlijk, maar meestal klopt er niets van. We zijn daarom druk bezig om misverstanden weg te nemen. Zo is er bijvoorbeeld geen sprake van dat het pensioen van oudere deelnemers wordt verdeeld onder de jongeren. Minister Schouten zei laatst dat mensen er niet meer dan 5 procent op achteruit mogen gaan, dat is een discussie die wellicht relevanter is voor pensioenfondsen met een lagere dekkingsgraad dan voor ons pensioenfonds. Financieel ongezonde fondsen worden door het nieuwe stelsel niet ineens wel gezond. En andersom geldt dit ook voor ons pensioenfonds, een fonds dat er goed voorstaat, gaat niet ineens door een nieuw stelsel over tot een verlaging van pensioenen. Het pensioenfonds staat er goed voor! En bekijkt in de transitie zorgvuldig hoe dat goede uitgangspunt eerlijk kan worden herverdeeld over alle deelnemers. Als arbeidsvoorwaardelijke partijen het pensioenfonds vragen om in te varen, gaat het pensioenfonds vervolgens zorgvuldig beoordelen of invaren in het belang van alle betrokkenen is en hoe dit kan worden uitgevoerd. Het feit dat het fonds er op dit moment goed voorstaat geeft daarvoor een solide uitgangspunt: er wordt alleen ingevaren als dat voor alle deelnemers evenwichtig is. ’
6. Voor het pensioenfonds van de vliegers gelden die geldzorgen dus niet
Arthur: ‘We hebben altijd geïndexeerd en nooit gekort. Voor de toekenning van indexatie is een reële dekkingsgraad van minstens 100% nodig. In de reële dekkingsgraad is de verwachte koopkracht meegerekend. Zoals we er nu voorstaan hebben we genoeg in kas om ook in de toekomst indexaties te kunnen toekennen. Hierdoor heeft het bestuur de serieuze taak om datgene wat we nu hebben te bewaken en tegelijkertijd te kijken of het nieuwe pensioenstelsel ons kansen biedt om het nog beter te doen. Wij hebben een eenvoudig doel, als het om het nieuwe stelsel gaat: we willen dat deelnemers bewust zijn van wat deze verandering voor hen inhoudt. En dat zij vertrouwen hebben dat wij dit als bestuur zorgvuldig hebben aangepakt.’
7. De deelnemer moet regievoerder worden over het eigen pensioen
Arthur: ‘Als pensioenfonds van, voor en door (ex-)vliegende collega’s willen we iedereen nog veel meer dan voorheen inzicht bieden, de tools geven om goed met hun nieuwe, grotere verantwoordelijkheid om te gaan. Los van alle wettelijke en arbeidsvoorwaardelijke wijzigingen die er aan komen is dit ons streven naar de toekomst toe: zorgen dat onze deelnemers en gepensioneerden goed begrijpen wat er gebeurt en vervolgens zelf de regie kunnen pakken over hun pensioen. Bijvoorbeeld met een handige app die laat zien hoe je pensioenpot is opgebouwd, door te werken aan keuzebewustzijn bij collega’s en hen actief te begeleiden bij het maken van passende keuzes. Informatievoorziening, in tweerichtingsverkeer, wordt belangrijker dan ooit. Dat persoonlijke contact wordt eerder meer dan minder. Niet voor niets hebben we voor de transitie het uitgangspunt “pak de regie over uw pensioen” gekozen. Dit uitgangspunt staat centraal in alles wat het bestuur nu al doet en in de komende jaren nog gaat doen.’