De transitie naar het nieuwe pensioenstelsel staat vooralsnog on hold. Daardoor ontstaat er enige ruimte voor het bestuur van het pensioenfonds om aandacht te geven aan onderwerpen die even niet bovenaan de prioriteitenlijst stonden. En ook vooruit te kijken naar de toekomstige gang van zaken, nadat de transitie alsnog tot stand is gebracht. Bestuursleden Johan Bank en Alex Balm verzorgen de update.

We waren er klaar voor

Alex: ‘Vooral de afgelopen anderhalf jaar heeft vrijwel alles in het teken gestaan van de transitie naar de nieuwe pensioenregelingen. Dat de overgang op 1 januari 2026 niet haalbaar en niet verantwoord bleek, is natuurlijk zeer teleurstellend. Wij waren als pensioenfonds klaar voor de transitie. De Nederlandsche Bank (DNB), onze toezichthouder, toonde zich uitermate tevreden over de kwaliteit van ons invaarbesluit. Het werd een voorbeeld voor de sector genoemd. Grondig en inhoudelijk, zorgvuldig en logisch opgebouwd, een weerspiegeling van ons DNA. De Autoriteit Financiële Markten, de AFM, heeft als toezichthouder beoordeeld dat ons transitiecommunicatieplan voldoet aan de wettelijke vereisten en aan de richtlijnen die AFM heeft gesteld.’

Johan: ‘Er ligt nog wel een lijstje technische vragen van DNB, bijvoorbeeld over de evenwichtigheid en over de risico’s die we nemen met ons beleggingsbeleid. Een deel van die vragen kunnen we nu al beantwoorden, een deel moet wachten tot er duidelijkheid is over de nieuwe transitiedatum, en over de eventuele aanpassingen die op weg ernaartoe moeten worden doorgevoerd.’

Indexatie alweer terugverdiend

Alex: ‘We zorgen intussen dat alles goed blijft draaien. Een voorbeeld: per 1 januari 2025 zijn alle opgebouwde en ingegane pensioenen van de basispensioenregeling met 7,4 procent verhoogd. Daarmee is onze ambitie van volledige loonindexatie gehaald. Dat kostte ons zo’n 10 procent van de dekkingsgraad, maar met ons beleid hebben we daarvan inmiddels alweer zo’n 7 procent terugverdiend. We behoren door de jaren heen nog steeds tot de hoogst geïndexeerde fondsen.

We hebben flinke stappen gezet voor een gezonde balans tussen risico en rendement; we beschermen ons tegen het renterisico en benutten tegelijkertijd het opwaartse potentieel.’ 

Maandelijks informeren over rendement

Johan: ‘In de nieuwe regeling, met de persoonlijke pensioen vermogens, gaan we onze deelnemers maandelijks informeren over de behaalde rendementen, en wat die betekenen voor de persoonlijke pensioenvermogens. Dat is een heel complexe, maandelijks terugkerende reken-exercitie. Want voor oudere deelnemers bouwen we bijvoorbeeld meer bescherming in dan voor jongere deelnemers omdat ouderen minder tijd hebben om tegenvallers in te halen. Door deze bescherming in te bouwen, zorgen we ervoor dat de pensioenuitkeringen zo min mogelijk schommelen. We kunnen hiervoor gelukkig meerdere instrumenten inzetten en we hebben in onze onderzoeken gezien dat deze instrumenten heel effectief zijn in het beschermen van de uitkering.’ 

Als sector van elkaar leren

Alex: ‘Het maandelijks communiceren over de pensioenuitkering is voor elk pensioenfonds nieuw en ingewikkeld en je ziet dat fondsen ideeën en ervaringen uitwisselen. Zo leren we van elkaar en komen we voor dit soort onderwerpen tot nieuwe inzichten in wat wel werkt, en wat niet. We gebruiken de huidige periode om goed te begrijpen wat er moet gebeuren. Er is ruimte voor enige bespiegeling voor ons als bestuur en dan is die tijdelijke, relatieve windstilte best welkom.’

Toetsing maatschappelijk verantwoord beleggen

Johan: ‘We komen ook toe aan de toetsing van ons beleid voor maatschappelijk verantwoord beleggen aan de nieuwe situatie, nu ons vermogensbeheer is ondergebracht bij Achmea Investment Management. We willen komen tot een helikopterview: klopt het nog wat we doen, spoort het met wat de deelnemers ervan verwachten, herkennen we onze strategie op dit gebied terug in de rapportages van Achmea IM?’

Alex: ‘We vallen sinds eind 2024 in categorie 8 van de Europese Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR). In de volksmond heet dat een lichtgroen fonds, omdat we beleggingen met positieve sociale en milieukwaliteiten bevorderen, maar geen duurzame beleggingsdoelstelling hebben. Ons hoofddoel is het verzorgen van een complete financiële toekomstbestendige pensioenvoorziening voor de vliegende collega, waarbij het pensioenfonds fatsoenlijk zakendoet. Daarvoor moeten we risico nemen om rendement te behalen. In dat kader bekijken we wat de indeling in categorie 8 ons brengt en van ons vraagt, en of het past bij de wensen van onze deelnemers.’

Toekomstige waarde bestuursbureau

Johan: ‘We kijken ook naar de rol van ons eigen bestuursbureau. Daar zijn we heel tevreden over, zonder hun kennis en expertise zouden we nooit zijn gekomen waar we nu staan. Tegelijk moeten we ons afvragen wat het uitstel betekent voor de capaciteit van het bestuursbureau, die vanwege de transitie extra was opgehoogd. En hoe we na de transitie de toegevoegde waarde structureel vorm kunnen geven.’

Alleen overstappen bij absolute zekerheid

Alex: ‘Zo brengen we op verschillende onderdelen ons huis nog wat beter in orde. Die tijd hebben we nu, al waren we er natuurlijk liever aan begonnen nadat we op 1 januari 2026 een beheerste en integere transitie naar de nieuwe regeling hadden afgerond. Maar dat gaat niet lukken en dat is niet anders. In overleg met KLM, VNV en Blue Sky Group gaan we nu na wat de mogelijkheden zijn, wat er gedaan moet worden en waartoe dat leidt, ook voor een nieuwe planning. We willen alleen overstappen als we volledige zekerheid hebben over een goede uitvoering. Over de voortgang daarin houden we onze deelnemers natuurlijk op de hoogte.’

Johan: ‘En voor alle duidelijkheid: aan de pensioenzekerheid verandert in de tussentijd helemaal niets.’

Dit interview verscheen in de Focus van september 2025.