Pensioen 123 Laag 2

Hoog/laag

Beginnen met een hoger of lager pensioen

U kunt op de pensioendatum de keuze maken om eerst een periode een hoger ouderdomspensioen te ontvangen en daarna een lager ouderdomspensioen. Of andersom.

Hier moet u aan denken bij de hoog/laag keuze

  • U kiest maximaal twee momenten waarop de verhoogde uitkering van het ouderdomspensioen overgaat in een lagere uitkering of andersom. Een omslagdatum is altijd de eerste dag van de maand.
  • De laagste uitkering mag niet minder dan 75% zijn van de hoogste uitkering.
  • De keuze is eenmalig. Als u bij pensionering eenmaal gekozen hebt voor hoge en lage uitkeringen kan het niet meer ongedaan worden gemaakt. In MijnKLMPensioen kunt u zien wat het effect op uw pensioen is als u voor een hoger en lager pensioen kiest. 
  • Het pensioenfonds gebruikt omrekenfactoren voor het berekenen van uw pensioen. Deze factoren worden jaarlijks vastgesteld en kunnen dus wijzigen. Dit heeft invloed op de hoogte van uw pensioen.

Veelgestelde vragen

U maakt de keuze voor hoog/laag of andersom tenminste twee maanden vóór uw pensioendatum. U ontvangt een half jaar voordat u met pensioen gaat formulieren van het pensioenfonds waarop u kunt aangeven of en op welke manier u uw pensioen wilt variëren.

Omrekenfactoren zijn getallen die we gebruiken om uw pensioen om te rekenen wanneer u bepaalde keuzes maakt. Deze omrekenfactoren zijn onder andere gebaseerd op hoe oud we gemiddeld worden en de stand van de rente. De omrekenfactoren worden jaarlijks vastgesteld en kunnen dus wijzigen. Daarom kan een berekening die u hebt gemaakt met de factoren van vorig jaar anders uitpakken wanneer u de berekening maakt met de factoren van dit jaar. U vindt de factoren in het pensioenreglement. Daar heten dit de fondsfactoren. Ze staan in bijlage 11 tot en met 15.